draco schreef:Als de vrouwelijke bloemen geen honing produceren is er voor bestuivende insecten geen aanleiding om deze te bezoeken. Stuifmeel of pollen is wel bij insecten in trek als voedsel voor de larven bijvoorbeeld. Denk aan nestbouwende insecten. Te bedenken valt ook dat bestuivende insecten evolutionair pas tot ontwikkeling kwamen tijdens de opkomst van de bloemplanten de Angiospermae (tweezaadlobbigen-hogere planten). 'Primitievere' planten die evolutionair eerder ontstonden zoals cycasachtigen, coniferen en palmen waren afhankelijk van de wind voor de overdracht van het stuifmeel. Dit stuifmeel is doorgaans licht van gewicht, massaal en voorzien van uitsteeksels bijvoorbeeld luchtblaasjes bij coniferen, die verplaatsing door de wind vergemakkelijken.
Toen hier vorig jaar Butia odorata bloeide, werden de mannelijke bloemen druk bezocht door wespen. Omdat de bloeiwijze van deze palm zowel mannelijke als vrouwelijke eenslachtige bloemen heeft met de mannelijke bloemen aan de basis en de vrouwelijke aan de top, is er kans op een toevallige bestuiving door insecten, mits zelfbestuiving leidt tot een vruchtbare zygote. Bij Trachycarpus zal de bijdrage van insecten bij de bestuiving van weinig betekenis zijn.
Dat is niet helemaal correct wat betreft eenzaadlobbigen. Grassen zijn inderdaad windbestuivers. Maar neem lelies, irissen of orchideeen, allemaal worden die door insecten bstoven. En de primitievste oudste bloemplanten zijn de waterlelies. Worden door insecten bestoven. Bij palmen is het misschien een combinatie, hoewel veel soorten in regenwouden groeien waar het windstil is. En het kan best dat Trachycarpus in het oorsprongsland door insecten wordt bestoven die hier niet voorkomen.
Alexander