Vandaag Musa basjoo, Musa sikkimensis en Musa sakhalin allemaal afgesneden tot op de plaats waar de stammen naar mijn gevoel er hard genoeg voor waren. Ze hebben niets van bescherming genoten en -8°C gehad. Bij M. basjoo en de M. sikkimensis waren alle stammen geknakt na de dooi.
90% van de stammen zijn bij alle 3 de soorten nog ok op 50 cm tot op 1 m hoogte en het nieuwe, gezonde witte bladpunt zie je dan ook duidelijk zitten. M. sakhalin had geen enkele geknakte stam en alle gezonde groeipunten zaten ook veel hoger dan bij de M. basjoo en de M. sikkimensis wat voor mij terdege bewijst dat hij meer vorst aankan en het sterkste is van de drie. Sommige van zijn stammen waren op 2 m hoogte nog hard zelfs. Aangezien hij ook nog eens de vroegste van de drie is die in het voorjaar aan de groei gaat is deze voor mij duidelijk de beste soort tussen deze drie voor ons klimaat.
Tetrapanax was na het vorstnachtje in november (-3) opnieuw aan de groei gegaan met het warme weer dat we voor de voorbije vorstperiode hadden en al die nieuwe groei in de vorm van nieuwe blaadjes in de koppen is kapotgevroren en gaan rotten. Ik vrees dat ik al mijn koppen kwijt ben maar de stammen vlak onder het rottende gedeelte zijn nog tiptop. Heb zoveel mogelijk rot weggenomen zodat er lucht aan kan. Ik vermoed dat hij onder die rotplekken zal gaan vertakken maar heb er geen ervaring mee dus het zal afwachten worden.
Verder zie ik nog geen andere schade in de tuin al is het nog even afwachten hoe het de ingepakte planten is vergaan. Vandaag heb ik van de Phoenix canariensis het topgedeelte van de verpakking geopend om eens goed te laten luchten en wat er nu boven uit steekt en zichtbaar is ziet er alleszins mooi groen en gezond uit.
Acacia dealbata subalpina is volgens mij dan toch niet de echte want hij heeft duidelijk een flinke klap gehad van die week nachtvorst met -8 als koudste. Alle blaadjes hangen treurig en dof neerwaarts en hij heeft effenaf een grauwe kleur. Bij de echte zou dit op die minimumt° zeker niet mogen te zien zijn.
